spreekbeurt

  • Aan het eind van jouw spreekbeurt de spulletjes rond laten gaan. Doe dat nooit tijdens de spreekbeurt, want dan letten de kinderen niet op jou, maar op de spulletjes.
  • Als je een dier mee neemt, laat deze aan het begin en aan het eind zien. Niet tijdens jouw verhaal. Dieren maken onverwachte geluiden en bewegingen waardoor de kinderen niet meer naar je luisteren.
  • Plaatjes en tekeningen op het bord. Denk er aan dat iedereen dit moet kunnen zien. Hele kleine plaatjes hebben dus geen zin. Ga het bord niet versieren met allerlei vlaggetjes, bloemetjes en dergelijke. Dit hoort niet bij de spreekbeurt.
  • Zorg voor een goede voorbereiding
  • Draag kleding waarin je je prettig voelt
  • Als je gespannen bent, moet je rustig en lang uitademen. Inademen gaat vanzelf. Doe alsof je een ballonnetje aan het opblazen bent
  • Oefen thuis een keer voor je ouders/broertje/zusje of voor de spiegel