VOORBEREIDING:

1. Zoek een leuk boek uit.
2. Lees het boek.
3. Maak korte aantekeningen over wat je wilt gaan vertellen.
4. Kies een leuk gedeelte uit. Je mag minimaal één tot maximaal drie bladzijden voorlezen in de klas.

DE BOEKBESPREKING:

a. We zitten op onze eigen plaatsen.
b. Je zit en/of staat voor de klas en je mag een tafel gebruiken.
c. Probeer antwoord te geven op de volgende vragen:
- Wat is de titel van het boek?
- Hoe heet de schrijver?
- Hoe komt de schrijver aan de titel, denk je?
- Wie zijn de hoofdpersonen?
d. Geef een samenvatting van het boek en lees het voorbereide stukje voor.
e. Vertel iets over de vormgeving van het boek:
- Is het een dik of dun boek? Hoeveel bladzijden heeft het?
- Wat is de naam van de tekenaar (illustrator)?
- Waarom heb je voor dit boek gekozen en hoe vond je het?
f. Na de boekbespreking mogen kinderen vragen aan jou stellen. Zij steken hun hand op en
jij wijst ze aan.
g. Tenslotte geeft de meester zijn mening en de beoordeling.

DE BEOORDELING:

- Aantekeningen moeten kort zijn.
- De meester kijkt of je de aantekeningen bij je hebt (Praatpapier).
- Je moet duidelijk spreken.
- Je moet het verhaal goed kunnen navertellen.
- Alle bovengenoemde punten worden behandeld!

DE BOEKBESPREKING DUURT ONGEVEER 8 TOT MAX. 10 MINUTEN!!!